IJzer en staal moeten tegen roesten worden beschermd.

Eeuwenlang is ijzer en zijn legeringen gebruikt voor   constructies  en voorwerpen. Het materiaal is sterk en kan goed   worden bewerkt, terwijl het niet duur is. Maar ijzer komt in de   natuur voornamelijk in ertsen voor als oxide en moet dus   daaruit  worden gewonnen. De natuur dwingt ijzer onder   invloed  van luchtzuurstof, zouten en vocht na verloop van tijd   weer terug in de oxidevorm: ijzer roest.

Al vroeg bleken allerlei middelen in staat roestvorming in meer of mindere mate tegen te houden. Dit gebeurde door iets aan het ijzer toe te voegen of er iets op aan te brengen. In beide gevallen ging het erom een afscherming te maken tussen het makkelijk roestende ijzer en de agressieve omgeving: zuurstof, zouten en water.

   
Met de ontdekking van de elektriciteit trad nog een bescherming   aan. Het bleek mogelijk gebruik te maken van de verschillende   elektrische eigenschappen van metalen om ijzer tegen roesten   te beschermen: kathodische bescherming.

 Toen in de 19-de eeuw de industriële ontwikkeling op gang   kwam, ontstond ook de noodzaak tot het bouwen van grote   hallen (fabrieken, stations) en constructies (bruggen, kranen).   IJzer was het aangewezen constructiemateriaal: het zou alleen niet zo moeten roesten.

Twee uitvindingen legden de basis voor een nog steeds toegepaste, inmiddels technisch hoog ontwikkelde technologie. In 1742 ontdekte de Franse chemicus Malouin, dat het mogelijk was staal te beschermen door onderdompelen in gesmolten zink. Thermisch verzinken was hiermee in principe geboren. In 1836 werd door Sorel een economisch procédé voor het beitsen van stalen delen ontwikkeld. Dit maakte het pas echt mogelijk thermisch verzinken industrieel toe te passen. De eerste in thermisch verzinken gespecialiseerde bedrijven konden ontstaan.
   
Woonhuis en atelier, Grou.Won in 1999 de derde prijs (ex equo) in de Benelux Trofee prijsvraag, uitgeschreven door de Stichting Doelmatig Verzinken in samenwerking met haar Belgische zusterorganisatie proGalva.Architect: Rein Hofstra Met de groei van de toepassing van staal groeide ook de behoefte aan kwalitatief goed verzinkwerk. Dit stimuleerde de bedrijfstak zich steeds verder te ontwikkelen en verbeteringen aan te brengen in materialen, installaties en werkwijzen. In West-Europa heeft de technologie, die voorkomt dat roest toeslaat in constructies en zo de waarde ervan aantast en de veiligheid in gevaar brengt, een grote vlucht genomen. Staal en stalen producten gaan veel langer mee wanneer zij thermisch zijn verzinkt en zijn daarmee een van de duurzaamste, betaalbare bouw-producten.
 

De twee belangrijkste technologieën voor thermisch verzinken zijn inmiddels algemeen geaccepteerd:

  • Bandstaal en draad wordt vanaf de rol na een voorbehandeling door een bad met gesmolten zink geleid. Dit staat bekend als continu verzinken of, voor band, Sendzimir verzinken. Dit materiaal wordt na verzinken verder bewerkt (vormen, knippen, lassen) tot een product (gevelplaat) of onderdeel van een product (wasmachine, auto).
  • Van staal worden producten of delen gemaakt. Na alle bewerkingen wordt het geheel gebeitst en in een gesmolten zinkbad gedompeld. Dit wordt discontinu verzinken of loonverzinken genoemd. Ook de met het Duits verwante begrippen vuurverzinken of volbadverzinken worden nog wel gebruikt.

 

Station Rotterdam Lombardijen (Holland Railconsult) won in 1999 de Beneluxtrofee voor Thermisch Verzinken Inmiddels zijn er voor sommige producten of productsoorten specialistische verzinktechnieken ontwikkeld (centrifugaal verzinken, mechanisch verzinken, hoge temperatuurverzinken, diffusieverzinken).

De technologie maakt het in alle gevallen mogelijk om een stalen voorwerp te omhullen (een hol voorwerp in- en uitwendig) met een zeer dunne laag zink, op het staaloppervlak door legering met ijzer 'chemisch vastgeklonken', zodat de agressieve atmosfeer niet bij het ijzer kan en het laat roesten. En daar, waar door een beschadiging het staal toch blootgesteld wordt aan de lucht, offert zink zich op in een kathodische bescherming van het staal.
 
   
Trailers en andere aanhangwagentjes zijn vaak van thermisch verzinkt staal. Dit is goed bestand tegen corrosie, zelfs bij veelvuldig stoten en schuren. Als uiteindelijk een thermisch verzinkt product of constructie wordt afgedankt gaat het materiaal niet verloren. Het staal en het zink worden teruggewonnen en kunnen opnieuw industrieel worden ingezet. Bij sommige producten kan de levensduur als product nog aanzienlijk worden verlengd door opnieuw te verzinken.

Het kleine beetje zink, dat uiteindelijk niet meer industrieel kan worden gebruikt omdat het tijdens gebruik van het product is verdwenen, is echter niet verloren. Het zink neemt als essentieel element deel aan de kringloopprocessen van het leven en vervult daar opnieuw een nuttige functie.